zondag 3 januari 2016

Balansverslag

Alle boeken die ik heb gelezen voor mijn lijst spraken mij aan. De een misschien wat meer dan de ander, en ik denk dat dat vooral kwam door het taalgebruik en op de manier hoe de schrijver zijn verhaal had opgeschreven. Maar als ik nu moet gaan nadenken over welk boek mij in het bijzonder aansprak en waarom, dan denk ik dat dat wel meerdere boeken zijn. Zo vond ik passievrucht een heel mooi boek, omdat het eind van het boek als een klap in je gezicht kwam. Nadat ik passievrucht had gelezen, dacht ik echt wow, hoe kon ik nou niet weten dat de vader van Armin het met de vrouw van Armin had gedaan. En ik ben er echt over na gaan denken of er nou wel aanwijzingen stonden in het boek, en ja, natuurlijk stonden die er.
Maar het boek Noodlot van Louis Couperus vond ik ook een heel mooi verhaal. Hoewel er soms wel woorden in het oud-Nederlands stonden opgeschreven die ik niet kende, was het verhaal echt heel erg mooi geschreven en helemaal binnen een thema. 
En dan nog het boek Sofia, verhaal van een verboden liefde. Ik vond dit boek zo interessant en mooi, omdat ik mijzelf gewoon heel erg in de hoofdpersoon kon inleven. Ik weet namelijk hoe moeilijk het soms is om binnen verschillende culturen te  ‘’leven’’, thuis namelijk een aan der cultuur dan wanneer je buiten en met je vrienden bent.

De eerste literatuurlessen zijn voor mij erg belangrijk geweest, omdat ik toen eigenlijk voor het eerst over echt literatuur zou horen. En ik denk dat als ik niet hierbij aanwezig was of niet had opgelet dat ik dan een heel ander beeld had gekregen van literatuur. Maar doordat ik de eerste literatuurlessen heel erg interessant vond, wilde ik eigenlijk steeds meer weten. En de verschillende stromingen binnen literatuur vond ik zo allemaal op een andere manier interessant.

Het boek Max Havelaar, Multatuli heeft een klein beetje weerstand opgeroepen bij mij toen ik het boek ging lezen, en dat kwam vooral door de manier van schrijven en de taalkeuze van de schrijver. Voor de rest heb ik mijn boeken met plezier gelezen.

Ik ben zeker op een veel volwassener manier naar literatuur gaan kijken. Als ik een verhaal lees, let ik nu veel meer op bij symbolen die vaak tegenkomen of als er iets een paar keer wordt gezegd of gedaan dan merk ik dat gelijk op. Ik merk bij mezelf ook dat ik na het lezen er echt over nadenk van wat ik er nou van vond en of dat ik wel eens was met beslissingen die de hoofdpersoon of andere personen hadden gemaakt.

Ik ben over het algemeen wel tevreden over mijn blog. Aan het begin van mijn blog wist ik nooit echt wat er van mij verwacht werd, dus vergeleken met die gedachte ben ik tevreden over mijn blog. De historische opdrachten vond ik soms wel wat minder, omdat je eigenlijk heel veel geschiedenis moest weten, wat dan niet van belang was voor je boek.

Later zal ik me nog steeds met literatuur bezighouden denk en hoop ik. Het lezen van boeken heb ik altijd al leuk gevonden en nu ik ook volwassener ben geworden, kan ik ook de diepere betekenissen van een boek begrijpen. Ook denk ik nog steeds dat boeken als een opvoedende functie kunnen dienen, en het is zonde om er niet gebruik van te maken.


 Mijn advies aan de literatuurdocenten is om al in de vierde klas duidelijk te zijn over mondelingen. Want ik moet eerlijk zeggen dat er veel onduidelijkheid over was. Er werd dan wel verteld dat er in de zesde klas een mondeling wordt afgenomen, maar er werd niet precies verteld wat er dan van ons verwacht werd. En nu in het zesde jaar aangekomen is mij alles pas helemaal duidelijk

vrijdag 1 januari 2016

Klas 6: leesverslag: De donkere kamer van Damokles

Algemene informatie:
Willem Frederik Hermans, De donkere kamer van Damokles
uitgegeven: 1958
335 pagina's

Samenvatting:
Het boek begint als Henri Osewoudt ongeveer 12 jaar is. Henri komt thuis uit school, zijn vader is vermoord. Dit heeft zijn moeder gedaan. Moeder moet naar een inrichting en Henri gaat naar familie. In een aantal bladzijden wordt Henri veel ouder. Hij komt in contact met ene heer Dorbeck. Die komt bij hem in de sigarenwinkel, die hij van z’n ouders heeft overgenomen en waar hij inmiddels met zijn vrouw en nicht Ria woont, samen met zijn moeder, die inmiddels 50 is.  Osewoudt moet voor Dorbeck een filmrolletje ontwikkelen. Dorbeck wil het pak van Osewoudt hebben, omdat hij niet langer in z’n uniform wil rondlopen. Anders moet ‘ie zich melden als krijgsgevangene. In opdracht van Dorbeck moet Osewoudt een paar mannen vermoorden. Hier gaat hij wel op in en gaat op ‘bezoek’ samen met nog iemand anders. Zijn vrouw en moeder worden meegenomen door de Duitsers, het blijkt later dat zij zich vrijwillig hebben aangegeven om van Osewoudt af te komen, Ria gaat er namelijk met Evert Turlings van door, de zoon van de buurman, een NSB’er.  Osewoudt komt bij ene Labare terecht, waar hij in een donkere kamer films moet gaan ontwikkelen. Dit lijkt zijn hele oorlogstaak te worden. Maar Dorbeck houdt hem bezig. Osewoudt moet Lagendaal vermoorden, een man die veel te veel mensen verlinkt heeft. Samen met een vrouw, vermomt als Jeugdstormleidster, liquideert hij Lagendaal, en neemt het zoontje mee. De echte jeugdstormleidster hebben ze onderweg ook vermoordt. Osewoudt komt op het politiebureau terecht, het ziekenhuis, wordt bevrijdt, komt op straat te staan, en wordt weer opgepakt. Dan zit hij ongeveer 6 tot 9 maanden in de gevangenis. Een politieman, Ebernuss, doet alsof hij helemaal niet meer voor de Gestapo is. Osewoudt gelooft hem in eerste instantie. Hij moet bij Moorlag een borreltje komen drinken, verder niets. Moorlag heeft als theologiestudent jaren bij hem op kamers gewoond. Samen met Ebernuss gaat Osewoudt naar Moorlag, waar hij mee moet komen naar de keuken waar Dorbeck is. Osewoudt moet Ebernuss  vergiftigen door poeder in z’n jenever te gooien. Osewoudt wordt inmiddels gezocht door de Duitsers, een foto afgebeeld, van Dorbeck, met zijn eigen gegevens er naast. Henri krijgt van Dorbeck een verpleegstersuniform, om zich te vermommen. Hij heeft in de tussentijd van Marianne een kind gekregen, maar dat is overleden. Henri lijkt zo op een vrouw omdat hij geen baardgroei heeft, dat hij samen met een dronken Duitse politieagent naar Voorschoten gaan om zijn vrouw te vermoorden. Krugener, de agent, is niet meer bij helder bewustzijn. Hij vermoordt Krugener ook, wat moet hij er anders mee doen? Osewoudt komt weer in de gevangenis, en wordt naar Engeland gestuurd, met nog een stel andere ‘misdadigers’. In Engeland wordt hij weer verhoord door een man, Osewoudt vertelt eerlijk hoe zijn gebeurtenissen allemaal zijn verlopen. Het is inmiddels al juni 1945 geweest, Nederland is al lang bevrijdt maar voor Osewoudt is de oorlog nog lang niet afgelopen. Hij wordt al heel lang door bijna heel Europa gezocht, er wordt gezegd dat hij honderden mensen heeft vermoord. Dorbeck heeft hier zeker iets mee te maken. Terug in Nederland begint de zoektocht naar Dorbeck. Osewoudt kan het uniform van Dorbeck opgraven uit zijn achtertuin, als bewijs dat Dorbeck wel bestaat. De tandarts van de familie Jagtman meldt zich, er wordt gedacht dat Dorbeck in het echt Egbert Jagtman heette. Er is in een massagraf een lijk gevonden dat wel wat van de foto van Dorbeck wegheeft en als de tandarts het lijk wil onderzoeken blijkt dat het geen gebit meer heeft. Osewoudt komt in het ziekenhuis terecht, niet ziek, maar in het ziekenhuis is hij veilig. Zijn fototoestel wordt weergevonden, maar de foto die het belangrijkst is ontbreekt, de andere foto’s staan er wel gewoon op. De foto waar het om gaat, is een foto waar Dorbeck en Osewoudt samen opstaan, gefotografeerd in de spiegel. Het bewijs dat Dorbeck echt bestaan heeft. Uit woede loopt Osewoudt weg uit het ziekenhuis. Er komt net een turfschip het kanaal doorvaren. Vanaf het schip wordt met een stengun een salvo van schoten afgevuurd. Osewoudt sterft in de armen van de pater.

Verwachtingen:
Dit boek ben ik gaan lezen, nadat mijn school mij dit boek aanraadde. Mijn verwachtingen waren erg hoog aangezien ik vaak heb gehoord dat de boeken van Hermans erg goed zijn.

Motieven en Thema:

Het thema in dit boek is voor mij handelen zonder doel.

Motieven: - foto's
                - fantasie en werkelijkheid

Beoorderling:
Ik vind de taalgebruik van Herman wel interessant, het zijn meestal wel korte zinnen en niet moeilijk. Maar het is ook wel ingewikkeld, want elke keer als je iets opnieuw leest, merk je weer iets anders op. Herman maakt veel gebruik van spanningsopbouw, wat ik persoonlijk erg leuk vind.

Tijd:
Het verhaal speelt zich af in een periode van de Tweede Wereldoorlog. Het verhaal is chronologisch verteld, maar er zitten soms wel flashbacks tussen van een paar weken geleden.

Verhaalperspectief:
Het verhaal wordt verteld door een alwetende verteller.


Eindoordeel:
Het boek was niet zoals ik had verwacht, maar het was daardoor niet een vervelend boek om te lezen. Ik had een iets luchtiger verhaal verwacht, maar Hermans heeft een boek geschreven met best wel wat diepere betekenissen in het boek. Ik vond het een leuk boek om te lezen, ondanks dat er soms oud-Nederlandse woorden werden gebruikt.