Algemene informatie:
Willem Frederik Hermans, De donkere kamer van Damokles
uitgegeven: 1958
335 pagina's
Samenvatting:
Het boek begint als Henri Osewoudt ongeveer 12 jaar is. Henri komt thuis uit school, zijn vader is vermoord. Dit heeft zijn moeder gedaan. Moeder moet naar een inrichting en Henri gaat naar familie. In een aantal bladzijden wordt Henri veel ouder. Hij komt in contact met ene heer Dorbeck. Die komt bij hem in de sigarenwinkel, die hij van z’n ouders heeft overgenomen en waar hij inmiddels met zijn vrouw en nicht Ria woont, samen met zijn moeder, die inmiddels 50 is. Osewoudt moet voor Dorbeck een filmrolletje ontwikkelen. Dorbeck wil het pak van Osewoudt hebben, omdat hij niet langer in z’n uniform wil rondlopen. Anders moet ‘ie zich melden als krijgsgevangene. In opdracht van Dorbeck moet Osewoudt een paar mannen vermoorden. Hier gaat hij wel op in en gaat op ‘bezoek’ samen met nog iemand anders. Zijn vrouw en moeder worden meegenomen door de Duitsers, het blijkt later dat zij zich vrijwillig hebben aangegeven om van Osewoudt af te komen, Ria gaat er namelijk met Evert Turlings van door, de zoon van de buurman, een NSB’er. Osewoudt komt bij ene Labare terecht, waar hij in een donkere kamer films moet gaan ontwikkelen. Dit lijkt zijn hele oorlogstaak te worden. Maar Dorbeck houdt hem bezig. Osewoudt moet Lagendaal vermoorden, een man die veel te veel mensen verlinkt heeft. Samen met een vrouw, vermomt als Jeugdstormleidster, liquideert hij Lagendaal, en neemt het zoontje mee. De echte jeugdstormleidster hebben ze onderweg ook vermoordt. Osewoudt komt op het politiebureau terecht, het ziekenhuis, wordt bevrijdt, komt op straat te staan, en wordt weer opgepakt. Dan zit hij ongeveer 6 tot 9 maanden in de gevangenis. Een politieman, Ebernuss, doet alsof hij helemaal niet meer voor de Gestapo is. Osewoudt gelooft hem in eerste instantie. Hij moet bij Moorlag een borreltje komen drinken, verder niets. Moorlag heeft als theologiestudent jaren bij hem op kamers gewoond. Samen met Ebernuss gaat Osewoudt naar Moorlag, waar hij mee moet komen naar de keuken waar Dorbeck is. Osewoudt moet Ebernuss vergiftigen door poeder in z’n jenever te gooien. Osewoudt wordt inmiddels gezocht door de Duitsers, een foto afgebeeld, van Dorbeck, met zijn eigen gegevens er naast. Henri krijgt van Dorbeck een verpleegstersuniform, om zich te vermommen. Hij heeft in de tussentijd van Marianne een kind gekregen, maar dat is overleden. Henri lijkt zo op een vrouw omdat hij geen baardgroei heeft, dat hij samen met een dronken Duitse politieagent naar Voorschoten gaan om zijn vrouw te vermoorden. Krugener, de agent, is niet meer bij helder bewustzijn. Hij vermoordt Krugener ook, wat moet hij er anders mee doen? Osewoudt komt weer in de gevangenis, en wordt naar Engeland gestuurd, met nog een stel andere ‘misdadigers’. In Engeland wordt hij weer verhoord door een man, Osewoudt vertelt eerlijk hoe zijn gebeurtenissen allemaal zijn verlopen. Het is inmiddels al juni 1945 geweest, Nederland is al lang bevrijdt maar voor Osewoudt is de oorlog nog lang niet afgelopen. Hij wordt al heel lang door bijna heel Europa gezocht, er wordt gezegd dat hij honderden mensen heeft vermoord. Dorbeck heeft hier zeker iets mee te maken. Terug in Nederland begint de zoektocht naar Dorbeck. Osewoudt kan het uniform van Dorbeck opgraven uit zijn achtertuin, als bewijs dat Dorbeck wel bestaat. De tandarts van de familie Jagtman meldt zich, er wordt gedacht dat Dorbeck in het echt Egbert Jagtman heette. Er is in een massagraf een lijk gevonden dat wel wat van de foto van Dorbeck wegheeft en als de tandarts het lijk wil onderzoeken blijkt dat het geen gebit meer heeft. Osewoudt komt in het ziekenhuis terecht, niet ziek, maar in het ziekenhuis is hij veilig. Zijn fototoestel wordt weergevonden, maar de foto die het belangrijkst is ontbreekt, de andere foto’s staan er wel gewoon op. De foto waar het om gaat, is een foto waar Dorbeck en Osewoudt samen opstaan, gefotografeerd in de spiegel. Het bewijs dat Dorbeck echt bestaan heeft. Uit woede loopt Osewoudt weg uit het ziekenhuis. Er komt net een turfschip het kanaal doorvaren. Vanaf het schip wordt met een stengun een salvo van schoten afgevuurd. Osewoudt sterft in de armen van de pater.
Verwachtingen:
Dit boek ben ik gaan lezen, nadat mijn school mij dit boek aanraadde. Mijn verwachtingen waren erg hoog aangezien ik vaak heb gehoord dat de boeken van Hermans erg goed zijn.
Motieven en Thema:
Het thema in dit boek is voor mij handelen zonder doel.
Motieven: - foto's
- fantasie en werkelijkheid
Beoorderling:
Ik vind de taalgebruik van Herman wel interessant, het zijn meestal wel korte zinnen en niet moeilijk. Maar het is ook wel ingewikkeld, want elke keer als je iets opnieuw leest, merk je weer iets anders op. Herman maakt veel gebruik van spanningsopbouw, wat ik persoonlijk erg leuk vind.
Tijd:
Het verhaal speelt zich af in een periode van de Tweede Wereldoorlog. Het verhaal is chronologisch verteld, maar er zitten soms wel flashbacks tussen van een paar weken geleden.
Verhaalperspectief:
Het verhaal wordt verteld door een alwetende verteller.
Eindoordeel:
Het boek was niet zoals ik had verwacht, maar het was daardoor niet een vervelend boek om te lezen. Ik had een iets luchtiger verhaal verwacht, maar Hermans heeft een boek geschreven met best wel wat diepere betekenissen in het boek. Ik vond het een leuk boek om te lezen, ondanks dat er soms oud-Nederlandse woorden werden gebruikt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten